Els is volop bezig wanneer ik aankom in kledijshop De Feniks. Die verhuist binnenkort naar een ander pand, dus het is een drukke periode. Het duurt dan ook even voor we ons in de keuken beneden kunnen terugtrekken. Met een drankje en een schaaltje vol koekjes erbij steekt Els meteen van wal.
“Ik ben heel sociaal geëngageerd, dat is er vroeger met de paplepel ingegeven. We hebben in mijn jeugd veel zwarte sneeuw gezien, maar we zaten wel in een warm nest. Als mijn ouders iets hadden, gaven ze het liever weg dan dat ze het voor zichzelf een beetje makkelijker zouden maken. Ze hielpen altijd de buren en anderen als die in nood zaten.”
“Ik heb voor kinderverzorgster gestudeerd en heb stage gelopen in een opvangcentrum voor kinderen die geplaatst worden door de jeugdrechter of door vrijwillige plaatsingen wegens armoede. Intussen heb ik zelf vier kinderen, van wie twee pleegkinderen. ‘Later wil ik mensen kunnen helpen’, heb ik altijd gezegd.”
Geluk
“Ik trek mij het lot van mensen heel erg aan, maakt niet uit waar die mensen vandaan komen. Zolang je het beter hebt, moet je helpen in de mate dat je zelf kan. Ik kan het te grote verschil tussen arm en rijk niet aanzien. Wij leven op één aarde. De aarde is niet van één persoon, de aarde is van iedereen. Iedereen moet zich kunnen verplaatsen zoals hij of zij dat wil. Iedereen heeft het recht zijn eigen geluk te zoeken en te vinden. Het speelt geen rol of dat nu economische vluchtelingen zijn of oorlogsvluchtelingen.”
“Geluk is voor mij de basisbehoeften kunnen vervullen: eten, drinken en kledij. Je moet een menswaardig leven kunnen leiden: niet onder het juk van een schrikbewind zitten en niet in oorlog leven. Iedereen heeft het recht op zijn eigen geluk en om zijn eigen leven te leiden. Dat moet ook grenzeloos zijn”, klinkt het overtuigd.
“Wanneer ik naar een ander land ga, kan ik daar werk gaan zoeken. Iemand die in een ander land woont, kan hier niet zomaar komen om een beetje te leven en luxe te kunnen hebben. Dat is mijn doel: voor iedereen zoveel mogelijk geluk maken, in zoverre ik zelf de mogelijkheid daartoe heb. En dat begint met Kledijshop ‘De Feniks’.”
Succesvolle oproep
“In juli 2015 plaatste ik een oproep voor hulpgoederen voor de vluchtelingenkampen in Calais en Duinkerken. Mensen reageerden massaal op de oproep waardoor de opslagplaats te klein werd. Ik kreeg toen een grotere opslagplaats van de gemeente. Toen ik hoorde dat Fedasil besloot om in Zwijndrecht en Burcht twee opvangcentra voor vluchtelingen onder te brengen, werd de oproep uitgebreid om voor “onze” vluchtelingen kledij te voorzien.
Toen kon ik kon de actie niet meer alleen bolwerken. Daarom kwamen andere vrijwilligers helpen. Ondertussen kunnen niet enkel vluchtelingen, maar ook mensen die bij het OCMW zitten in de winkel terecht.”
Van mens tot mens
“Je kan niet zomaar met een initiatief beginnen als je het niet in je hebt. Ik heb het altijd in mij gehad, maar had nog nooit zoiets gedaan. In het begin was ik een meeloper met degenen van wie ik dacht dat die ook wel dezelfde ideeën, opvattingen, waarden en normen hadden als ik. Ik zat in actiegroepen zoals Hart boven Hard, en ik steun Amnesty International en Greenpeace, maar dat is voor mij niet genoeg.”
“Ik wil zelf iets kunnen doen voor de mensen hier. Ik wil echt van direct naar de mensen toe gaan zodat ik zeker weet dat de goederen de mensen bereiken die ze nodig hebben. Als je geld doneert aan een organisatie, weet je toch nooit wat ermee gebeurt.”
“Ik weet dat de goederen die van hieruit naar de vluchtelingenkampen gaan, daar aankomen. Ik weet ook dat de mensen die hier met de camion komen om de spullen te halen betrouwbaar zijn. Zij delen ter plaatse zelf die spullen uit. Dat is wat ik wil: een actie van mens tot mens.”
Opluchting
“Het geeft mij veel meer voldoening wanneer ik mensen kan helpen. Mensen komen naar De Feniks omdat ze die zaken nodig hebben. Als je ziet hoeveel dingen hier naar buiten gaan en je dan op die gezichten ziet ‘oef, nu heb ik tenminste kleren voor mezelf en mijn kinderen want ik heb geen geld om ze te kopen’, maakt je dat gelukkig.”
“Mensen vragen mij waarom ik dit doe en zeggen dat zij het nooit kunnen doen. Ik weet niet waarom ik het kan doen, maar ik doe het graag en ik blijf het doen zolang ik kan. Die lachende gezichten, het geluk dat je op die gezichten ziet, is voor mij genoeg. De ontlading die je ziet wanneer mensen al die kleren kunnen meenemen, dat is voor mij de grote dank u wel. Meer hoeft dat voor mij niet te zijn.”
Voldoening
Els is duidelijk gelukkig met wat ze voor de mensen kan doen met de winkel. “Daarom kan ik dit ook verder doen. Ik moet eerlijk zeggen, ik zit hier meer uren dan op mijn werk. Ik heb een prachtige man die dit allemaal steunt en het niet erg vindt dat ik niet vaak thuis ben. Hij hoopt dat we ons engagement aan onze kinderen kunnen doorgeven. Zij begrijpen heel goed wat ik doe. Mijn dochter is hier trouwens net met de fiets aangekomen om een handje toe te steken.”
Geschreven door: Livia Peeters
Foto door: Livia Peeters
(Burger)Initiatief: https://www.facebook.com/Feniks2016