Een grote meneer is Abdualla (33). Zowel fysiek als in de journalistiek. Hij schrijft voor de journalistieke website alarab.co.uk, zit bij PEN Vlaanderen en zat vorig jaar als spreker op Difference Day (werelddag van de persvrijheid) naast Rudy Vranckx. Ook dit jaar vroegen ze hem terug. Abdualla werkt bij HETGEVOLG.
“Ik ben al 12 jaar journalist. Ik heb journalistiek gestudeerd aan de universiteit en daarna heb ik gewerkt voor de televisie als reporter, editor en producer voor het nieuws, onder andere bij Al Jazeera. Ik coverde de oorlog in Syrië, Libië, Egypte, Irak, Turkije, Somalië en nog meer plaatsen. Zo heb ik veel ervaring opgedaan.”
“Ik ben ook al één jaar international safety journalism trainer. Ik geef training aan jonge journalisten in België over hoe je de oorlog moet/kan coveren. Hoe dat je omgaat met die situatie. De mensen hier begrijpen de oorlog niet. Ze zien de oorlog alleen op de tv. En ze zien de oorlog op het gezicht van de vluchteling. Alleen dat. Oorlog voor de Belgische mensen is niet dichtbij.”
De wereld in beeld
Als journalist heeft Abdualla een duidelijke visie over hoe de oorlog in beeld wordt gebracht. “Er zijn altijd twee lijnen voor de oorlog. De eerste is de realiteit en de tweede is de media. Als je intelligent bent, kan je de brug maken tussen die twee. De BBC in Londen zegt bij het nieuws: “Here is London, the news as we have seen from London.” Abdualla benadrukt de “as we have seen” en vindt deze duidelijk heel belangrijk. “Alle media in alle landen in de wereld tonen het nieuws zoals zij het gezien hebben. De media in België vertelt over de oorlog zoals zij het gezien hebben. En het Midden-Oosten vertelt ook over de oorlog zoals zij het gezien hebben. Bijvoorbeeld toen de staatsgreep gebeurde in Turkije, spraken de mensen in het Midden-Oosten anders over de staatsgreep in hun media dan de mensen in Europa. In Amerika is dat weeral anders. Iedereen spreek vanuit zijn positie, vanwaar je staat van wat er gebeurt. Maar je kan ook de vluchtelingen vragen naar de realiteit. Dan zou je andere verhalen horen dan op de media.”
“Ik schrijf ook fictie romans. Ik schreef over het leven in de oorlog. Ik schrijf graag over mensen, liefde en vriendschap. De verhalen die ik breng, lijken op de verhalen die ik gehoord heb van echte mensen, maar ik verander ze altijd. Het blijft fictie literatuur. In HETGEVOLG schrijf ik stukken voor toneelvoorstellingen en geef ik schrijfcursussen. Er zijn drie cursussen, in het Nederlands, Engels en Arabisch. En het is zowel fictie als realiteit. Ik ben altijd bezig aan een roman, in april komt er een nieuw boek van me uit . Mijn vierde boek Via Dolorosa – De Weg Der Smarten – is vertaald in het Nederlands.”
Altijd al oorlog
“De realiteit op dit moment is slecht. Niet alleen in Syrië, maar in de hele wereld. Ook in België, ook in Nederland, ook in Frankrijk, ook in Amerika. Kijk naar de Aarde op dit moment, doe alsof je boven de Aarde staat en er even naar kunt kijken. In Amerika is er een zotte man genaamd Trump, in Rusland is er een zotte man genaamd Poetin en in Syrië is er een dictator Assad, je hebt Erdogan in Turkije en Abu Bakr al-Baghdadi als leider van Islamitische Staat. Je vindt heel veel zotte mensen. Waarom zij aan de macht zijn begrijpt niemand. Ik zeg altijd: “morgen is het zwart”, doordat deze mensen aan de macht zijn. Ze willen het goede in de wereld doden. Wij zijn de simpele mensen die niet werken in de politiek. Ik geloof niet in de politiek, ik geloof in menselijkheid.”
“Er is altijd oorlog geweest. De oorlog is gestart wanneer de man en de vrouw naar de Aarde zijn gekomen. Daarna volgde de oorlog in Ieper, daarna in Frankrijk, daarna in Duitsland, daarna in Turkije, daarna in Balkan, daarna in het Midden-Oosten. De mensen maken de oorlog, niemand begrijpt waarom. Ik begrijp het ook niet. En ik geloof dat we samen aan de tafel kunnen zitten, jij hier en ik hier. Hoeveel radicalisme mensen ook in hun hoofd hebben, ze moeten samenzitten en spreken. Voor mij zou dat fantastisch zijn, maar ik weet het niet of ze dat gaan doen. Maar ik geloof erin in mijn mentaliteit en mijn referentiekader.”
Als een arabier in Vlaanderen
“Ik ben nu twee jaar in België en ik heb hier heel veel vrienden. De mensen hier zijn vriendelijk en ik vind dat er hier een goede gemeenschap is. Eén keer vroeg een journalist mij wat ik wens voor de toekomst. Ik zei: “Ik wil een goede Arabier zijn in Vlaanderen”. Een goede Arabier zijn betekent heel veel dingen in mijn mentaliteit. Ik denk veel over mezelf na.”
“In het begin toen ik naar hier kwam had ik wat problemen met de taal en de mentaliteit. Ik kwam naar hier en er was een nieuwe gemeenschap, een nieuwe mentaliteit, die anders is dan mijn eigen mentaliteit. Het kan zijn dat de gemeenschap hier iets goed vindt, dat ik in mijzelf en in mijn ziel niet goed vind. En het kan ook zijn dat de gemeenschap iets in jou ziet dat jijzelf leuk vindt, maar de mensen het niet leuk vinden. Heel veel dingen zijn zo anders, maar ik heb nu even geen voorbeeld in mijn hoofd. Het is logisch dat er zoveel verschillen zijn tussen Oost en West. De zon komt op in het oosten en onder in het westen. Ik ben me niet anders gaan gedragen hier, ik heb mijn identiteit. Ik kan me niet veranderen voor de ander. Degene die ik in Syrië was, ben ik hier ook.”
Dromen
“Natuurlijk heb ik dromen, elk mens heeft dromen.” Over zijn dromen denk Abdualla even na. “Nu ben ik 33, ik denk dat elke man van 33 dromen heeft. Maar hij stopt met dromen, want hij start met zijn dromen om te zetten in de realiteit. Daar ben ik ook mee bezig. Ik droom over dat de oorlog stopt en vrede voor iedereen. Maar mijn persoonlijke droom is dat mijn kinderen in de toekomst de Aarde kunnen zien zonder oorlog. Dat is wat ik wens. Dat mijn kinderen kijken naar televisie en dat ze niet moeten vragen waarom al dat bloed vloeit. Maar ik weet niet of dat gaat gebeuren, niemand begrijpt het.” Abdualla heeft tranen in zijn ogen gekregen en kijkt naar beneden. Even stoppen we het interview. Daarna begint hij uit zichzelf terug te praten.
“Wij zijn geen slachtoffers. Ik ben voor mezelf geen slachtoffer. Ik wil niet in die hoek zitten. I am not a victim. Ik was een slachtoffer, maar nu studeer ik Nederlands, mijn tweede jaar hier in België. Nu ben ik geen slachtoffer meer. Ik ben hier, ik moet hier iets opbouwen. België is een powerland. Het is belangrijk voor mij om niet als slachtoffer gezien te worden. Wanneer de mensen me zien als slachtoffer zeggen ze altijd vol medelijden: “oooh man.” – Abdualla geeft me een schouderklopje met een triestig gezicht om het uit te beelden – “Maar dat is niet goed voor mij en mijn kinderen. Want ik ben schrijver. Ik ben gevlucht ja, ik ben een vluchteling. Maar ik ben gevlucht, omdat ik een reden had om naar hier te komen. Ik ben niet naar Europa gekomen, omdat het Europa is. Er was oorlog en ik kwam naar hier. Maar ik kwam naar hier met mijn certificaat, met mijn ervaring, niet om hier geld en voedsel te krijgen. Ik studeer hier en ik was groot als schrijver in Syrië en nu wil ik geen geld en medelijden krijgen van de mensen. Ik wil voor mezelf kunnen zorgen. En de mensen hier willen de kans, alleen de kans, om te starten met werken. Je moet werken, je moet Nederlands studeren om het respect van de mensen te krijgen. De mensen hier respecteren je als je Nederlands spreekt. En als laatste: niemand wilt de realiteit accepteren. Niemand wilt accepteren dat er oorlog is.”
Geschreven door: Stien Verdick
Foto door: Stien Verdick
(Burger)Initiatief: http://www.hetgevolg.be